Voorbereidingen:

Alle voorbereidingen voor de komst van de pup zijn getroffen. Er is een comfortabele mand, een y-tuigje en een 3 meter lange lijn, roestvrijstalen voer- en drinkbakken, knuffels en speeltjes, kluifjes, voer en beloninkjes in huis voor jullie nieuwe gezinslid. U en uw huisgenoten hebben boeken gelezen over puppy’s. Het huis en de tuin zijn volledig puppyproof gemaakt. De hondenschool is gekozen. U heeft enkele maanden vrijgemaakt om uw pup te begeleiden. Jullie zijn helemaal klaar om het leven met jullie puppy te beginnen. En dan is het ineens zover: u gaat uw puppy ophalen. Voor de fokker is dit een moeilijk moment, maar voor jullie is het een moment waar jullie al weken naar hebben uitgekeken. In de weken voor de thuiskomst van de pup hebben jullie elkaar al een beetje leren kennen bij de fokker, zodat de verhuizing zowel voor de pup als voor jullie zo soepel mogelijk verloopt. Het zal hoe dan ook een grote verandering zijn voor de pup: nieuwe verzorgers, plotseling zonder moeder, tante en alle nestgenootjes in een nieuwe omgeving, soms ook met nieuwe huisdieren. Geef de pup de tijd om rustig aan al deze nieuwe dingen te wennen.

Introductie:

Neem de pup lekker op schoot in de auto op weg naar huis. Bij thuiskomst laat u de pup rustig de tuin, woonkamer en zijn slaapplaats verkennen en besnuffelen. Het is fijn als kinderen rustig op de grond gaan zitten en wachten tot de pup zelf contact maakt. Laat andere huisdieren nog even apart. Als de pup een beetje gewend is aan de nieuwe omgeving en zijn nieuwe gezin, en u heeft nog een andere hond, neem ze dan mee naar een neutrale plek buiten waar geen andere honden komen, om ze kennis te laten maken. Lijn in ieder geval de volwassen hond even aan. Blijf zelf rustig en laat de honden in hun eigen tempo toenadering zoeken. Als de pup of de andere hond onder de indruk is, vergroot dan de afstand. Gaat het goed, dan is het tijd om naar huis te gaan en de honden, mits ze rustig met elkaar omgaan, samen in huis en tuin te laten. Een puppyren of hekje kan handig zijn om de honden (af en toe) te scheiden. Dit kan sowieso nuttig zijn als de pup rust nodig heeft, of als de andere hond, kat of kind rust nodig heeft, of als u even niet goed op de pup kunt letten. Maak de ren eerst een leuke plek met drinken, speeltjes en een comfortabele ligplaats.

Mocht de introductie niet zoals verwacht verlopen, neem dan direct contact op met de fokker voor advies en ondersteuning.

Zindelijkheid:

Een pup moet vaak plassen en regelmatig poepen. Ga daarom ongeveer elke twee uur (soms vaker) naar buiten, en in ieder geval direct na het eten, spelen en slapen. Zoek hiervoor een rustig plekje in de buurt van uw huis waar weinig afleiding is. In de tuin plassen kan praktisch zijn, maar niet iedereen heeft een tuin of vindt het fijn als de hond daar plast. Maak van de uitlaatbeurten geen lange wandelingen. Als er een stukje overbrugd moet worden voordat u op de gewenste plek bent, kunt u de pup het beste even optillen en daar neerzetten. Sommige pups zijn vrijwel meteen puppy-zindelijk en zullen, mits de begeleider goed oplet, slechts af en toe een ongelukje in huis hebben. Bij andere pups kan het echter wel zes maanden of langer duren voordat ze zindelijk zijn.

De nachten:

De eerste nachten zijn vaak lastig voor de pup omdat hij niet gewend is om zonder zijn moeder en nestgenootjes te slapen. Neem de pup dan ook gerust bij u. Het makkelijkst is om de pup mee te nemen naar de slaapkamer, maar u kunt ook beneden bij uw pup gaan slapen. De eerste nachten kan het heel fijn zijn voor de pup om tegen u aan te slapen of in een mandje naast uw bed. Zo merkt u meteen wanneer de pup u nodig heeft en wanneer hij ’s nachts uit moet. Dit is een uitstekende manier om snel een band met uw pup op te bouwen, aan de zindelijkheid te werken en volop te genieten van uw nieuwe gezinslid. Als u denkt dat uw pup klaar is om alleen beneden te slapen, kunt u hem natuurlijk daar laten, maar zolang ze nog niet te zwaar zijn om naar boven te tillen, is samen op de slaapkamer slapen ook heel fijn.

De fokker hoort graag hoe de eerste dag en nacht zijn verlopen.

Eerste week:

De eerste week staat in het teken van rustig wennen aan elkaar. Geef de pup en uw gezin de tijd om aan elkaar te wennen. Stel puppybezoek nog even uit en ga de eerste dagen niet meteen op pad. De directe omgeving van uw huis is voldoende voor nu. Bezoek in de eerste week wel de dierenarts voor een controle en om de dierenarts kennis te laten maken met uw pup. De pup hoeft nog niet gevaccineerd of ontwormd te worden en heeft nog geen middel tegen teken en vlooien nodig.

Laat de pup alvast wennen aan de Doggyride als u deze wilt gebruiken. Zet de Doggyride eerst zonder wielen en opengeritst op de grond en leg er af en toe wat lekkers in. Gaat de pup graag in de Doggyride en kan hij even dichtgeritst worden, dan kunnen de wielen eronder. Zorg dat de Doggyride stevig op de rem staat als u de pup erin zet. Gaat dit goed met afleiding van bijvoorbeeld een kluifje, dan kunt u voorzichtig heen en weer gaan rijden. Begin binnen, ga daarna buiten en verleng de ritjes geleidelijk. Volg het tempo van de pup.

Oefeningen waarmee u de eerste week al kunt beginnen zijn het meelopen aan een ontspannen lijn en het hierkomen.

Socialisatie en Habituatie:

Het is belangrijk uw pup kennis te laten maken met de wereld waarin wij leven. Houd er echter rekening mee dat alle ervaringen leuk en ontspannen moeten zijn. De pup hoeft niet alles te hebben meegemaakt voor hij vier maanden is. Begin met kleine uitstapjes en houd ze kort. Gaat het goed en raakt de pup niet overprikkeld, zoek dan stap voor stap wat uitdagendere situaties op.

Het eerste uitstapje kan bijvoorbeeld naar een nieuw, rustig parkje zijn. Til de pup of neem hem mee in de Doggyride, als hij daaraan gewend is. Gaat het eerste uitstapje goed en wordt de pup niet overdonderd of overprikkeld (uit zich vaak in druk gedrag, weinig slapen of meer en harder bijten), dan kunt u het volgende uitstapje iets uitdagender maken. Bezoek bijvoorbeeld kort een kleine, rustige dierenwinkel op een rustig tijdstip. De eerste keer kunt u de pup op de arm nemen en een rondje door de winkel maken. Kom een paar dagen later terug en laat de pup zelf even door de winkel lopen. Laat hem lekker snuffelen en als het genoeg is geweest, tilt u hem rustig op om weer naar huis te gaan.

De volgende keer kiest u een drukkere dag of blijft u wat langer. Bouw dit langzaam op. Ditzelfde principe kunt u toepassen bij een bezoek aan het centrum, een supermarkt in de buurt, een school, een station, of een terrasje. Zorg ervoor dat het uitstapje steeds zo ontspannen mogelijk verloopt en zorg voor voldoende rustdagen tussendoor.

Laat de pup kennismaken met sociale, volwassen honden, verschillende rustige kinderen, diverse volwassen mensen, kippen, geiten, koeien, paarden, enzovoort. Herhaal deze ontmoetingen regelmatig, ook als de pups eenmaal volwassen honden zijn.

Activiteiten:

Activiteiten waarbij een pup niet overprikkeld raakt, zijn de beste keuzes, vooral in de eerste weken. Likken aan een Lickimat of Kong, kauwen op een veilige kluif, masseren, graven, en snuffelen zijn allemaal prima om al snel te introduceren om de pup ontspannen bezig te laten zijn. Een fijne activiteit voor de zintuigen is bijvoorbeeld een bord of een siliconen cupcakevorm met verschillende eetbare dingen. Leg in elk vakje iets ongevaarlijks, zoals besjes, een klein beetje pindakaas (zonder xylitol), een stukje zalm, een blaadje munt, of een stukje appel. Zet het op een niet-gladde ondergrond en blijf erbij. Laat de pup rustig alle geuren en smaken ervaren. Als hij klaar is, ruimt u het weer op, ongeacht of hij overal van heeft geproefd. Als de pup nog interesse heeft in de bakvorm terwijl het tijd is om op te ruimen, ruil de bakvorm dan om voor iets lekkers.

Er zijn nog veel meer leuke activiteiten te bedenken, zoals brokjes strooien in het gras of op een snuffelmat, een verrijkte omgeving met verschillende geuren en attributen, en een activitybox.

Pups blijven van nature meestal dicht bij u in de buurt, dus het is goed om al vroeg te beginnen met het oefenen van het hierkomen. De fokker heeft al een begin gemaakt met het reageren op de hierkom-fluit, en u kunt hier fijn mee verdergaan. Oefen op een veilig terrein, bijvoorbeeld in de tuin. Ren een stukje weg en fluit als u zeker weet dat de pup naar u toe zal rennen. Als hij bij u is, geef hem dan een heel lekkere beloning. Maak er een leuk spelletje van. Belonen bij het hierkomen kan ook goed met een leuk speeltje, zoals een Tug-e-nuff speeltje om samen een trekspelletje mee te doen. Gaat het een paar dagen goed, maak het dan wat moeilijker door de pup even af te leiden voordat u plots fluit. Reageert hij meteen door naar u toe te komen, dan krijgt hij een superbeloning. Gaat dat goed, verander dan de omgeving en maak het weer wat makkelijker, om het daarna snel moeilijker te maken.

Naast het hierkomen is meelopen aan een ontspannen lijn ook een activiteit waar u in de eerste weken al mee aan de slag kunt. De fokker heeft de pup al wat laten wennen aan het y-tuigje en de 3 meter lijn. Lijnen van 3, 5 en 10 meter zijn handige hulpmiddelen om te gebruiken tijdens het meelopen. Gebruik zo’n lange lijn echter altijd aan een y-tuig en niet aan een halsband, om het lichaam van de pup zo min mogelijk te belasten. In het begin mag de pup binnen veilige grenzen lopen waar hij wil, terwijl u als begeleider de lijn slap houdt. Af en toe de juiste kant op lokken is geen probleem en beloon elke keer dat uw pup uit zichzelf contact met u zoekt.

De pup weet nog niet wat er van hem verwacht wordt en wil graag de wereld ontdekken, dus stel in het begin niet te hoge eisen. Ondertussen kunt u thuis al een geluidje aanleren dat betekent “loop met mij mee”, zie het boek  Help, mijn hond trekt van Turid Rugaas. Een pup mag maar kort wandelen, ongeveer een minuut per week dat hij oud is. Dus is de pup 10 weken oud, dan mag hij per dag 10 minuten wandelen. Hoe ouder hij wordt, hoe langer hij mag wandelen en ook hoe sterker en zwaarder hij wordt. Een Golden Retriever wordt een grote, sterke hond, en het is niet fijn voor u en de hond als hij aan de lijn trekt. Het is dus heel belangrijk om hier vanaf het begin bewust mee bezig te zijn

Al vanaf jonge leeftijd kunt u met de natuurlijke aanleg van een Golden Retriever aan de slag. Sommige pups lopen vanaf het begin graag met dingen in hun mond rond. Komt de pup met een item dat hij draagt naar u toe, geef hem dan een lekkere of leuke beloning. Leg het afgegeven item enthousiast een stukje verder weg op de grond, en zodra de pup het weer oppakt, reageer blij. Mocht hij niet meteen terugkomen, ren dan een stukje weg om hem te stimuleren het item naar u toe te brengen. Komt de pup met het item terug, ruil het dan weer voor een uitstekende beloning. Doe dit maximaal drie keer achter elkaar en houd het vrolijk en makkelijk. Heeft de pup niet de neiging om dingen vast te pakken, dan kunt u het apporteren heel gemakkelijk met een clicker aanleren. Apporteer bij voorkeur niet met tennisballen of stokken, dit kan zeer gevaarlijk zijn. Apporteren is een heel leuke bezigheid en is niet te vergelijken met het gooien van een bal met bijvoorbeeld een ballenwerper; dit kan juist stress en lichamelijke schade opleveren.

Naast apporteren past zwemmen echt bij Golden Retrievers. De meeste Goldens zullen het heerlijk vinden. Zoek dan ook regelmatig veilige plekken op waar de pup kennis kan maken met water, als het weer het toelaat (let altijd op blauwalg en wees bewust van de ziekte van Weil). Laat de pup zelf het water ontdekken en dwing hem nooit om het water in te gaan. U kunt zelf wat door het water lopen en plezier maken met uw pup rond het water. Het kan ook heel fijn zijn om een bekende hond die dol is op water mee te nemen, zodat ze samen plezier kunnen beleven.

Na één of twee weken thuis kan het heel verstandig zijn om bij een goede hondenschool een puppycursus te volgen. Een jachthondenpuppycursus kan meteen worden gevolgd en is zeker een aanrader, omdat de hond leert zijn enorme talent te gebruiken. Puppygym (balans en coördinatie) is ook vanaf jonge leeftijd een fijne manier om samen bezig te zijn en om het lichaam te versterken en te ondersteunen tijdens de snelle groei in het eerste jaar. Verder zijn er natuurlijk ook de algemenere cursussen waarin u meer leert over pups en hoe u ze het best kunt begeleiden. Zoek iets dat bij u en uw hond past. Let erop dat uw hondenschool op een positieve manier traint; straf is behalve onnodig ook zeer schadelijk voor uw relatie met uw hond en voor het welzijn van uw pup.

Wat u in de eerste weken nog niet wilt doen, zijn oefeningen zoals “zit” of “down/af/liggen”. Deze oefeningen zijn gemakkelijk aan te leren en er is geen haast bij, maar ze vormen wel een lichamelijke belasting, zeker voor jonge honden. Als u de oefeningen uiteindelijk hebt aangeleerd, laat de hond dan niet onnodig vaak zitten, vooral niet in de eerste 18 maanden waarin het lichaam zich sterk ontwikkelt. Oefen altijd kort en ga voor succes; maak het dus niet te snel te moeilijk.

Slapen:

Puppy’s hebben veel slaap nodig, wel zo’n 20 uur per dag, en slapen gaat het best als ze ontspannen en niet overprikkeld zijn. Rust in huis en fijne plekken om te slapen kunnen daarbij helpen. Kijk wat uw pup nodig heeft om voldoende te kunnen slapen, zodat hij lichamelijk kan groeien, mentaal tot rust kan komen en alles wat hij meemaakt kan verwerken.

Bijten:

Bijten hoort er een beetje bij. Pups ontdekken de wereld met hun mond en hebben scherpe tanden. Ruim daarom spullen op waarop niet gekauwd mag worden en bied veel verschillende dingen aan die wel veilig zijn voor het puppymondje. Ook leren ze met hun kleine, puntige maar relatief onschadelijke tandjes om voorzichtig te zijn voor als ze later een sterk gebit hebben. Als de pup te hard in uw hand bijt, stop dan met wat u aan het doen bent en vergroot de afstand tussen u en de pup. Als de pup vaker of volhardender in uw handen, benen of kleding bijt, kan dit duiden op een overprikkelde pup (maar verveling kan ook een oorzaak zijn). Zorg dan voor meer rust, slaap en ontspanning, bijvoorbeeld door de pup lekker te laten kluiven en de omgeving rustig te houden, dus geen spelende kinderen in dezelfde kamer waar de pup moet slapen. Rond de 12 weken beginnen pups te wisselen en vaak is er dan een verhoogde kauwbehoefte. Het kan helpen om ze iets kouds te geven om op te kluiven. Stop eventueel tijdelijk met apporteren en trekspelletjes als uw pup daar last van heeft. Rond de 6 maanden is het wisselen voorbij en hebben de scherpe puppytanden plaatsgemaakt voor hun sterke volwassen gebit.

Alleen zijn:

De eerste weken is de pup aan het wennen aan de nieuwe situatie: de nieuwe omgeving, de nieuwe verzorgers, het zonder nestgenootjes zijn, enzovoort. Het is dan ook fijn als er de eerste week iemand 24/7 dicht in de buurt van de pup is. Zo werkt u aan de relatie met de pup en zorgt u dat hij zich zo veilig mogelijk voelt. Het is natuurlijk belangrijk dat uw hond leert om een paar uurtjes alleen te zijn. Voor de meeste honden is vier uur alleen zijn het maximum waarbij ze zich nog fijn voelen, maar dit dient stapje voor stapje opgebouwd te worden. Is de pup na een week een beetje gewend aan zijn nieuwe leven, dan kunt u langzaam aan zijn zelfstandigheid gaan werken. Laat hem even aan een Kong likken terwijl u met open deur in de kamer ernaast bezig bent. Bouw langzaam de tijd en de moeilijkheid op (eerst met open deur, dan met dichte deur, dan even naar boven of de tuin in, enzovoort). Houd er rekening mee dat uw pup zeker het eerste halfjaar niet lang alleen kan zijn.

Tips die kunnen helpen bij het alleen zijn:

  1. Laat de hond van tevoren uit en zorg dat hij moe en voldaan is (bijvoorbeeld door een speurspelletje), maar niet overprikkeld.
  2. Geef hem iets veiligs om op te kluiven of te likken voordat u weggaat.
  3. Via een camera kunt u de pup in de gaten houden, zodat u precies weet hoe hij zich gedraagt tijdens het alleen zijn en daarop kunt inspelen.
  4. Moet u van huis weg zonder dat u het alleen zijn voldoende hebt kunnen opbouwen, zorg dan voor een fijne oppas of gastgezin. Dit is ook een goede oplossing voor volwassen honden.